’t Witte Lam
Bij Groningerweg 46
9738 AB Groningen
Is de molen te bezoeken?
Ja, op afspraak
Molenaar
Bas Juk
twittelam#degroningerpoldermolens.nl
# te vervangen door @
Bouwjaar: 1860
Aandrijving: Wind
Type: 8-kante grondzeiler
Functie: poldermolen
Lengte gevlucht
13,60 m
Vijzels
Houten vijzel, diam. ca. 100 cm in een stenen vijzelbak
Capaciteit
ca. 12m3/m
’t Witte Lam, gebouwd in 1860 en gelegen aan de weg van Noorderhoogebrug naar Zuidwolde, is de kleinste nog bestaande poldermolen van de provincie Groningen. Met een vlucht (spanwijdte van het wiekenkruis) van 13,42 meter kan de kleine poldermolen het water opvoeren door middel van een vijzel. Alhoewel ’t Witte Lam nu de kleinste poldermolen van de provincie is, zijn er in het verleden nog kleinere poldermolens geweest. Meestal waren dit de zogenaamde spinnenkopmolens, zo was ook de voorganger van de huidige molen een spinnnenkop. De spinnenkop bestaat uit een meestal vierkante onderbouw met een bovenhuis dat op een koker daarbovenop geplaatst is. Door middel van een trap aan de staart van de molen is het bovenhuis te bereiken. Vooral in Friesland is dit type poldermolen nog veel te vinden, maar in Groningen is het , op het zaagmolentje in Wedderveer na, verdwenen.
’t Witte Lam zelf is wonder boven wonder blijven bestaan. Tegenwoordig kennen we nog twee waterschappen in de provincie: Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s. Tot ver in de vorige eeuw bestond de provincie echter uit een grote lappendeken aan kleine polders en waterschappen. Zo ook ’t Witte Lam: vanaf 1919 een officieel waterschap, 100 hectare groot en met een bestuur van niet meer dan de paar boeren die in het betreffende gebied woonden. In 1950 vroeg het waterschap Het Witte Lam een sloopvergunning aan voor de molen, de bemalingstaak zou worden overgenomen door het gemaaltje van de nabijgelegen steenfabriek. Het had voor de hand gelegen dat de molen werd gesloopt, sloopvergunningen werden in die tijd nog veelvuldig door de provincie afgegeven. Dit gold echter niet voor ’t Witte Lam: de provincie Groningen gaf geen vergunning, waarop het waterschap uit protest de molen restaureerde uit eigen middelen, subsidie werd bij de provincie niet aangevraagd. Bij de volgende herstelbeurt, zo’n tien jaar later vroeg het waterschap wel geld bij de provincie!
Tegenwoordig is de omgeving van de molen, de zogenaamde molenbiotoop, heel anders dan vroeger . Stond de molen vroeger in een open polderlandschap, tegenwoordig is voornamelijk de oostkant nogal veranderd door de wijk Beijum van de stad Groningen. Gelukkig heeft de molen aan de westkant nog een vrijwel open polder voor zich liggen. ’t Witte Lam kan nog steeds op windkracht de vijzel aandrijven, het gevlucht is nog steeds voorzien van zelfzwichting in combinatie met de Van Busselstroomlijn. Sinds 2002 zijn de kleppen van de zelfzwichting uitgevoerd in aluminium in plaats van hout. De houten kleppen hebben het nadeel dat ze zeer veel onderhoud nodig hebben, aluminium kleppen kunnen daarentegen veel langer mee. Kleine waterschappen bestaan dus niet meer: de molen was tot 2015 in eigendom van de Molenstichting Hunsingo en Omstreken, voortgekomen uit het toenmalige waterschap Hunsingo. Na diverse herstelbeurten is de molen geregeld op vrijwillige basis in bedrijf.
Een prentbriefkaart uit 1933